There I sit. In a car, big tears, a crazy smile on my face. In my hands a plastic box. The plastic box with my dog. My dead dog.
I have cremated my faithful friend. No digging graves, no self manufactured funeral, no, just a cremation, simple. We tought it would be so beautiful, as comforting and calm. Later we will scatter him on spots that he found so beautiful.
I know the whole cremation proces only from movies. A comedy, in which the urn survives on all possible manners and splashes on the last nick of time, and a romantic drama in which the urn knows his spot on the chimney.
My friend I get back in a white plastic semi sugarbowl. Just, quite simple, no madness, no emotion, normal white and tightly. Quite clear. I just can cry my eyes out. You dread already a week for that moment. The moment of the phone call: You can pick up the ashes of your dog Remy. Nevertheless you expect the assistant of the vet hand you over a justifies emotionally box, but unfortunately, this illusion splashes from each other the moment my hands touch that box.
Later, with the box clasped in my hands, after I've whined like a baby, laugh shoots in. I have a dog in a box.
Daar zit ik dan. In de auto, dikke tranen, een brede glimlach op mijn gezicht. In mijn handen een plastic busje. Het plastic busje met mijn hond. Mijn dode hond.
Ik heb na 15,5 jaar afscheid moeten nemen van mijn trouwe vriend. Na veel discussies en wikken en wegen besloten we hem te laten cremeren. Geen gat lopen scheppen, geen heftige zelf in elkaar gefabriceerde begrafenisdienst, nee, gewoon simpel, cremeren. Dat leek ons zo mooi, zo rustgevend en kalm. We zouden hem dan later uitstrooien op plekken die hij mooi vond, waar we samen fijn gewandeld hebben.
Ik ken het hele crematieproces alleen van films. Zoals die komedie waarin de urn op alle mogelijke manieren drama’s overleeft en op het laatste nippertje uit elkaar spat en een romantisch drama waarin de urn een vaste plek kent op de schoorsteenmantel.
Mijn vriend krijg ik terug in een witte plastic semisuikerpot. Gewoon, heel simpel, geen tierlantijntjes, geen emotie, gewoon wit en strak. Heel duidelijk. Ik kan wel janken. Je ziet al anderhalf week tegen het moment op. Het telefoontje: “U kunt de as van uw hond Remy komen ophalen.”. Je verwacht dan toch dat de assistent van de dierenarts een emotioneel verantwoord potje aan je overhandigd, maar helaas, deze illusie spat uit elkaar op het moment dat ik de pot in handen krijg.
Na, met de pot in mijn handen geklemd, even een flinke pot te hebben gejankt, schiet ik in de lach. Ik heb een hond in een potje.